Wednesday 21 October 2009

An Evening With Andrea Fraser



Op 20 oktober 2009 organiseerde het PMK (Platform moderne kunst) haar eerste seminar. Het PMK is een initiatief van de Onderzoeksschool Kunstgeschiedenis (afdeling moderne kunst) om een grotere samenwerking te verkrijgen tussen Masterstudenten moderne kunst in Nederland.
In deze seminar konden studenten in gesprek gaan met performancekunstenaar Andrea Fraser over haar kunstpraktijken, maar specifiek over haar tekst "From the critique of institutions to an institution of critique" en een video van haar performance "may I help you". De discussie zou vooral moeten gaan over institutionele kritiek en haar relevantie vandaag de dag.

Aan de ronde tafel in het hoofdgebouw van de VU waren zo'n 20 Masterstudenten verzameld. Uit het voorstellingsrondje bleek dat de meesten in hun Masterthesis onderzoek deden dat enig verband hield met performance of praktijken rondom institutionele kritiek. Fraser, die zo'n beetje bekend staat als de uitvinder van de term 'institutionele kritiek' was hierbij de ideale kunstenaar om mee in gesprek te gaan over dit onderwerp. Inmiddels geeft ze ook les op UCLA en is, mede vanwege haar open Amerikaanse houding, een prima spreker. Ondanks dat de kunstenaar een beetje last had van haar jetlag, vertelde ze open over haar gedachten over het onderwerp. Institutionele kritiek zoals we dit uit de kunstgeschiedenis kennen, ontstond vooral rond het werk van onder andere Hans Haacke, Daniel Buren en Marcel Broodthaers. Zij probeerden, net als bijvoorbeeld Land Art kunstenaars, te opereren buiten de vastgestelde kaders van de kunstwereld. Hiermee probeerden ze te ontsnappen uit de vercommercialiseerde wereld van musea en galeries.
Het probleem dat Andrea Fraser in haar tekst aan de kaak stelt, is dat er eigenlijk geen ontsnappen aan die instituties is. Zoals bleek bij het kritische werk van Buren en Haacke, wordt de kritiek uiteindelijk weer geinstitutionaliseerd. Performances worden als video's in musea getoond en foto's van Land Art worden voor forse bedragen aangekocht. De instanties, zo redeneert Fraser, zitten namelijk in ons zelf. Wij, als critici, curatoren en kunsthistorici, zijn de grenzen van het instituut. En wanneer je volledig buiten die grenzen zou opereren, maak je geen kunst. De kunstwereld en dus de instituten bepalen uiteindelijk wat kunst is. Bestaat er dus wel een 'outside', was een vraag die aan de orde kwam. En waarom zou je kritiek leveren op instanties die je kritiek uiteindelijk toch weer zullen omarmen?
In Amerika zijn er momenteel steeds minder publieke, niet-commerciele instanties die een podium bieden aan kunstprojecten. Veel van dit soort instanties zijn opgeslokt door de grote museale en galeriewereld. Fraser vertelt hier emotioneel over: het gaat haar duidelijk aan het hart dat er steeds minder kansen zijn voor kunstenaars om zich op een andere manier te ontwikkelen, zonder druk van de markt.
Fraser is een van de kunstenaars die ons eraan herinnert om kritisch te blijven denken over de kunstwereld die in ons allemaal ligt ingebed. En vooral door te gaan om kritische kunst een platform te bieden.

No comments:

Post a Comment