Saturday 5 December 2009

Van Abbe museum: het kunstmuseum in de 21ste eeuw


Donderdag 3 december organiseerde het PMK (platform moderne kunst) haar tweede seminar, na de succesvolle avond met Andrea Fraser (waar ik al eerder over schreef). Dit keer in het Van Abbe museum in Eindhoven. Na het bekijken van de nieuwe tentoonstellingen vond een discussiebijeenkomst plaats tussen Charles Esche (directeur), Christiane Berndes (hoofd collectie), Steven ten Thije (curator) en een klein groepje studenten van de Master modern uit heel Nederland.
Het nieuwe project, na de inspirerende reeks Plug Ins, heet Play Van Abbe.
Play is een langer lopend project dat bestaat uit tentoonstellingen en bijeenkomsten daar omheen. Als belangrijkste doel heeft Play om de rol van het kunstmuseum in de 21ste eeuw te onderzoeken. Het eerste deel van Play dat nu van start is gegaan heeft als ondertitel Het spel en de spelers. Voor deze gelegenheid heeft het museum een zomeropstelling uit 1983, destijds samengesteld door Rudi Fuchs, zo realistisch mogelijk gereconstrueerd. Deze opstelling bestond uit nieuwe aanwinsten van die tijd, gecombineerd met oudere werken uit de collectie. In 1983 stuitte de opstelling van Fuchs op veel weerstand door de combinaties die hij maakte. Charles Esche wilde met deze reconstructie onderzoeken hoe we de aanpak van Fuchs nu ervaren. Is het voor ons nog steeds een baanbrekende manier van tentoonstellen?
De opstelling van Fuchs is een puur esthetische samenstelling van werken. Was het destijds controversieel dat Fuchs geen chronologische volgorde aanhield, nu is dat niet meer storend. De puristische indeling van de zalen (de bordjes, met een minimum aan informatie, zijn weggestopt in de hoeken van de zaal) is vooral gericht op de het goed kunnen ervaren van de autonome kunstwerken. De opstelling doet niet per se gedateerd aan: maar de keuzes die Fuchs maakt zou een hedendaagse museumdirecteur niet meer kunnen maken.
Daarom is het zo interessant om te zien wat Charles Esche er van maakt: ook hij maakt een opstelling met recente aanwinsten van het museum. Hiermee wordt de tegenstelling met Fuchs duidelijk.
Het belangrijkste verschil wat Esche probeert te maken ligt hem in interactie en sociale betrokkenheid. Was bij Fuchs het kunstwerk heilig en autonoom, nu moet het werk in een sociale context worden geplaatst. Esche doet dit bijvoorbeeld door een video van een lezing in dezelfde zaal als een kunstwerk te plaatsen.
Een belangrijk verschil met Fuchs is ook de informatiestroom die de bezoeker krijgt. Fuchs vond duidelijk dat het werk voor zich moest spreken en geeft slechts titel, kunstenaar en jaar. Charles Esche heeft zijn informatie op een interessante manier toegevoegd aan de tentoonstelling. Er zijn tekstbordjes, met de gebruikelijke praktische informatie over het werk. Daarnaast is er een bordje waar je een rood plaatje plastic voor kunt houden, waarna je verschillende woorden kunt lezen. Dit zijn trefwoorden, van toepassing op het kunstwerk. Die woorden zijn een soort hulpmiddel om de juiste context van het kunstwerk te begrijpen. Verder zijn er bij sommige werken ook nog kaartjes met wat meer informatie over het specifieke werk. Als toeschouwer kun je dus kiezen hoeveel informatie je wilt hebben. Waardoor iedereen de werken op zijn eigen niveau kan bekijken.
Het mooie aan dit systeem is dat Esche geen doelgroepen uitsluit: zowel de luie museumbezoeker die geen zin heeft om veel te lezen tot de nieuwsgierige kunststudent, iedereen komt aan zijn trekken.
Naast de goede manier waarop Esche met informatie omgaat is zijn daadwerkelijke opstelling natuurlijk ook van wezenlijk belang. En ook die is verfrissend nieuw en anders dan wat we in Nederland gewend zijn. Combinaties zijn onverwacht en inhoudelijk. Naast een werk van Dan Flavin ligt verderop een stapeltje kopieen van een krantenknipsel, dat de titel van het werk verklaart en het een heel andere dimensie geeft. Of een aantal portretten in een zaal, die allemaal met de rug naar ons toe staan. En dus 'naar buiten' kijken.
Charles Esche wil met zijn tentoonstelling een groot publiek bereiken, maar doet dit niet door alles in hapklare brokken aan te bieden. Hij zou het idioot vinden om te ontkennen dat het publiek een artistieke houding aan moet nemen. Play is voor hem een begin in het veranderen van het museumconcept. Door de codes en criteria van het museum bloot te leggen kun je ze uiteindelijk veranderen.
Play is een spel om verschillende aspecten van het kunstmuseum te onderzoeken op een speelse manier. Deel 1 in het Van Abbe is slechts een begin: maar wel een hele grote stap in een nieuwe richting.